Slaapregressies. Die fases waarin je baby of peuter ineens slechter slaapt, vaker wakker wordt en het lijkt alsof alle rust verdwijnt. Herkenbaar? Je bent niet de enige! In deze blog duiken we dieper in wat slaapregressies zijn, hoe je ze herkent, wanneer ze voorkomen en vooral: wat je eraan kunt doen zodat jullie er samen sterker uitkomen.
Wat is een slaapregressie?
Een slaapregressie is een fase waarin je baby of peuter, die voorheen meestal goed sliep, ineens vaker wakker wordt ’s nachts of dutjes overslaat. Ook kan het lastiger zijn om je kleintje naar bed te brengen of te kalmeren. Het lijkt soms alsof de slaap ineens ver te zoeken is, terwijl het vaak hoort bij een tijdelijke ontwikkelingsfase.
Wat gebeurt er in het brein tijdens een slaapregressie?
Een slaapregressie is niet zomaar ‘lastig gedrag’ of toeval. Het is vaak het gevolg van een grote ontwikkelingssprong in het lijfje én brein van je kind. Terwijl jij denkt: “Waarom slaapt m’n baby/kindje ineens zo onrustig?”, is er achter de schermen van alles aan de gang.
Tijdens deze fases maken baby’s en kinderen enorme neurologische stappen. Denk aan leren omrollen, kruipen, staan, praten of zelfs het verwerken van nieuwe emoties. En al die nieuwe verbindingen in het brein zorgen voor… ruis tijdens de slaap.
Slaap is dan ineens geen automatische piloot meer. Het brein is volop bezig: oefenen, verwerken, bouwen aan nieuwe vaardigheden. En alsof dat nog niet genoeg is, verandert rond de 4 maanden de slaap van je baby blijvend.
Waar jonge baby’s nog lange, diepe slaapblokken hadden, ontstaat er nu een volwassener slaappatroon met kortere cycli. Tussen die cycli worden baby’s vaker wakker en dat merken ze nu ook bewust. Dit verklaart waarom goed slapende baby’s ineens vaker wakker worden: het is geen terugval, maar een teken van ontwikkeling. Lees hier meer over 4 maanden slaapregressie.
Kort gezegd: je kindje leert nieuwe dingen én zijn slaapsysteem ontwikkelt zich. Dubbele cocktail voor onrust. Niet gek dus dat slapen soms even niet vanzelf gaat.
Signalen van een slaapregressie
Het belangrijkste teken dat je kindje in een slaapregressie kan zitten? Slaap, die ineens niet meer gaat zoals eerst.
- Je baby wordt vaker wakker ’s nachts, terwijl dat eerder niet zo was
- Dutjes zijn korter of worden ineens overgeslagen
- Je kindje valt moeilijk(er) in slaap, ook al is hij of zij moe
- Meer huilen of onrust bij het naar bed brengen
- Je kind is hangeriger of huilt sneller overdag
- Het slaapritme raakt totaal ontregeld (en jij ook een beetje)
- Je hebt het gevoel dat wat wel werkte, ineens niet meer werkt
Belangrijk om te weten: deze signalen komen vaak samen voor, maar niet altijd allemaal. Ieder kind beleeft een slaapregressie op zijn of haar eigen manier en dat maakt het ook zo verwarrend (en frustrerend).
Slaapregressie 8–10 maanden: kruipen, staan… en wakker worden
Je baby is ineens overal, letterlijk. Hij leert kruipen, optrekken, zitten, soms zelfs al staan. En alsof dat nog niet genoeg is, komt er vaak ook een verlatingsangst-fase om de hoek kijken. Dat alles samen zorgt ervoor dat de slaap behoorlijk overhoop gegooid kan worden.
Overdag wil je baby oefenen met bewegen. Maar die drang stopt niet zodra het bedtijd is. Het brein is volop aan het verwerken en ontwikkelen, en dat zie je terug in onrustig slapen, veelvuldig wakker worden of moeite met inslapen.
Daarnaast ontdekt je kindje ineens: hé, als mama weggaat, dan is ze weg... voor altijd? Enter; verlatingsangst. Dit kan zorgen voor aanhankelijke bedtijdrituelen of huilen zodra jij uit zicht bent.
Wat helpt?
- Blijf voorspelbaar in je rituelen
- Geef overdag veel ruimte voor beweging én nabijheid
- Probeer ’s nachts zo rustig en saai mogelijk te reageren
Deze fase is pittig, maar ook weer tijdelijk. En: je baby leert enorm veel in deze periode, dat is iets om trots op te zijn.
Slaapregressies per leeftijd en wat je kunt verwachten
De 4 maanden slaapregressie: de eerste grote verandering
Rond de 4 maanden verandert het brein van je baby op slaapgebied ingrijpend. Waar een jonge baby eerder vrij automatisch van diepe naar lichte slaap gleed, krijgt slaap nu een meer volwassen structuur met duidelijke cycli. En tussen die cycli wordt je baby nu bewust (en vaak huilend) wakker.
Wat je eerder misschien ervaarde als “slapend door de nacht”, voelt ineens als een verre herinnering. Je baby wordt na elke cyclus wakker, weet niet hoe hij zelf weer in slaap moet vallen en roept jou om hulp.
Ook overdag merk je vaak verschil: dutjes worden korter of moeilijker, inslapen duurt langer, en je baby kan onrustiger zijn.
Daarnaast gebeurt er veel op ontwikkelingsvlak: je baby gaat meer zien, horen, ontdekken en dat allemaal zorgt voor prikkels. In combinatie met de fysieke verandering in de slaapstructuur zorgt dat voor dé klassieke 4 maanden slaapregressie.
Het goede nieuws?
Hoewel deze periode pittig kan zijn, markeert het een belangrijke stap in de ontwikkeling van je baby. De verandering in slaapstructuur is blijvend maar dat betekent ook dat je vanaf nu kunt werken aan nieuwe, gezonde slaapgewoontes. Hoe je hiermee omgaat, legt vaak de basis voor het verdere slaapgedrag van je kind.
Slaapregressie 12–15 maanden: lopen, kiezen en dutjesstress
Je dreumes is volop in ontwikkeling: leert lopen, communiceren, grenzen testen én slaapt ineens weer slechter. Deze regressie is vaak een combinatie van fysieke, cognitieve én emotionele groei.
Wat je kunt merken:
- Protest bij bedtijd (alsof slapen ineens optioneel is)
- Vaker wakker worden ’s nachts
- Korte of overgeslagen dutjes
- Eerste kiezen die doorkomen (au!)
- En misschien wel de grootste uitdaging: de overgang van 2 naar 1 dutje
Tussen de 12 en 15 maanden hebben veel kinderen ineens minder slaap nodig overdag. Maar: het ene kind is er eerder aan toe dan het andere. En in de overgangsfase is het vaak zoeken: ene dag 2 dutjes, andere dag 1, soms allebei rommelig.
Wat helpt?
- Blijf je kindje goed observeren (is hij een beetje moe of overprikkeld?)
- Kies een rustige week om de overgang te begeleiden
- Houd een consistente bedtijdroutine aan, ook als overdag alles wiebelt
- Wees geduldig: dit is geen terugval, maar een stap vooruit
Het voelt als chaos maar het is groei. En met de juiste begeleiding groeit het ritme weer met je kindje mee.
Slaapregressie 2 jaar:
Welkom in de fase van ‘nee’, nachtmerries & nieuwe mijlpalen.
Wat er speelt:
- Grotere verbeelding = meer kans op nachtmerries of angsten (zoals bang zijn in het donker)
- Zindelijkheid (of de poging daartoe) kan voor onrust zorgen, ook 's nachts
- Grenzen testen hoort bij deze leeftijd, óók rond slapen
- Grote veranderingen (zoals een ander bed, opvang, broertje/zusje) hebben vaak invloed op slaap
Wat kun je doen?
- Blijf voorspelbaar in je aanpak
- Beperk schermtijd voor het slapen
- Benoem wat er gebeurt (“Je bent moe, maar je hoofdje is nog druk”)
- Geef geruststelling, zonder de grenzen los te laten
Onthoud: het lijkt soms alsof ze niet willen slapen, maar vaak kunnen ze het op dat moment gewoon even niet.
Rustig blijven, liefdevol begrenzen, je weet nu: het hoort erbij.
Maar… wat als het tandjes zijn? 🦷
Je baby slaapt ineens slechter. Je denkt: “Is dit een slaapregressie?” Maar het kan ook iets anders zijn, zoals doorkomende tandjes.
Bij veel baby’s komen de eerste tandjes door rond de 5 à 6 maanden, en dat kan best ongemakkelijk zijn. Gevoelige plekjes, kwijlen, bijten, huilen… Het is allemaal onderdeel van het proces. En soms lijkt slapen dan ineens een stuk moeilijker te gaan.
Toch is het goed om te weten: tandjes zijn zelden de oorzaak van structurele slaapproblemen.
Tuurlijk, ze kunnen tijdelijk wat onrust geven, vooral ’s avonds of ’s nachts. Maar een langdurig verstoord slaapritme? Daar zit vaak meer achter dan alleen een doorkomend kiesje.
Wat kun je doen?
- Bied troost en nabijheid
- Geef een (gekoelde) bijtring
- Blijf trouw aan je vaste slaaproutine
Zorg voor comfort, maar laat het ritme niet volledig los. Zo help je je kindje door deze lastige (tand)tijd heen, zonder nieuwe slaapassociaties te creëren.
Hoe lang duurt een slaapregressie eigenlijk?
Goede vraag, want als je wéér voor de zoveelste nacht om 03:47 naast een klaarwakkere baby staat, voelt het eindeloos. Maar gelukkig: slaapregressies zijn meestal tijdelijk. Gemiddeld duren ze zo’n 2 tot 6 weken.
Dat hangt af van:
- De leeftijd en ontwikkelfase van je kind
- Hoe je reageert op het veranderde slaapgedrag
- Of er andere factoren meespelen (zoals ziekte, tanden of sprongetjes)
Let op: een slaapregressie kan langer lijken te duren als er in deze periode slaapassociaties ontstaan. Bijvoorbeeld als je je kindje elke nacht oppakt of bij je in bed neemt om maar wat slaap te pakken. Logisch én menselijk,maar soms wordt het tijdelijke dan iets hardnekkiger.
Blijf dus zoveel mogelijk vasthouden aan jullie ritme. Liefdevol, duidelijk en met vertrouwen. Het is pittig, maar wél voorbijgaand.
Slaapregressie & slaapcoaching: goed moment of juist niet?
Veel ouders vragen zich af: “Is het wel slim om met slaapcoaching te starten tijdens een slaapregressie?” Het korte antwoord? Ja, juist wel, als je het goed aanpakt.
Een slaapregressie is geen ‘fout’ in het systeem, maar een teken dat je kindje zich ontwikkelt. En hoewel het even pittig kan zijn, is het óók een kans:
- Een kans om nieuwe, gezonde slaapgewoontes aan te leren.
- Een kans om te ontdekken wat jouw kindje écht nodig heeft om goed te kunnen slapen.
- En een kans om als ouder te leren hoe je je kindje kunt begeleiden zonder jezelf compleet uit te putten.
Slaapcoaching draait niet om streng zijn of routines opleggen. Het gaat om begrijpen, begeleiden en vertrouwen opbouwen, juist in onrustige fases.
Dus nee, je hoeft niet te wachten tot ‘alles weer normaal is’. Want soms wordt het pas weer normaal als je leert hoe je kunt sturen.
Reactie plaatsen
Reacties